vrijdag 29 februari 2008

Twee tegen één is gemeen!

Er woedt een strijd in mij. Dat komt wel vaker voor. Meestal is het een schizofreen gevecht tussen hoofd en hart, tussen verstand en gevoel, tussen rede en emotie, tussen Jekyll en Hyde. Blijk ik behept met een meervoudige persoonlijkheidsstructuur, want daar is ineens een derde partij op het strijdtoneel verschenen: het lijf. De eerste schermutselingen ontstonden 2 weken geleden toen ik op hartelijke wijze een welgemeend schouderklopje in ontvangst mocht nemen omdat ik me maar liefst 6 dagen achtereen (van 9 t/m 14 feb.) helemaal suf had getraind. Die complimenten kreeg ik van mijn gevoel, dat mij elke dag voorhoudt dat ik zoveel mogelijk moet trainen, veel meer dan vorig jaar, omdat er op 5 juni immers zo'n zware inspanning wacht. Trainen bezorgt mij een goed gevoel; niet-trainen voelt als verloren tijd. Mijn verstand weet echter wel beter en legt geduldig aan mijn gevoel uit dat je met training vermoeidheid opbouwt die je door te rusten moet zien kwijt te raken, zodat je fit aan de volgende training kunt beginnen en daar dan maximaal rendement uit haalt. Mijn gevoel laat me, tot ergernis van mijn verstand, niet gauw in de steek. Dus wint doorgaans mijn gevoel het van mijn verstand en dus train ik stoïcijns door. Komt daar mijn lijf verdorie nu ineens een stokje voor steken: de laatste week krijg ik mijn hartslag niet meer op een behoorlijk niveau, heb ik constant zere benen, slaap ik slecht en ben ik moe. Kortom, lijf en verstand zijn vol en gebroederlijk in gevecht met het arrogante, niet voor rede vatbare gevoel en lijken de eerste slag te gaan winnen: dit weekend blijft de fiets pertinent in de schuur en ga ik dus persé absoluut NIET fietsen!